zaterdag 19/11 om 20u
Sint-Pieterskerk, Mechelen
zondag 20/11 om 15u
abdij Keizersberg, Leuven
Vroeg of laat moest het ervan komen: Camerata Aetas Nova waagt zich aan “het grote repertoire”. Én dat in een meer dan gelukkige samenwerking met het koor Viermaliks, geen ontmoeting van vreemden, maar eerder een osmose. Uiteraard wordt het een uitvoering met een twist. Brahms’ Deutsches Requiem heeft zich natuurlijk – en terecht – als incontournable bewezen, en dat meestal in de versie voor koor en orkest. Wij gaan echter voor de “kleine versie”: alle noten zijn er uiteraard, maar in een intieme setting. Dat wil zeggen met de transcriptie van de orkestpartijen voor vierhandig piano van de hand van de componist zelf.
Dat levert een resultaat op dat het werk in verschillende opzichten recht doet: de tekstselectie van Brahms richt zich immers vooral, en met overtuiging, op troost voor de levenden. Hier géén spectaculair Dies irae dus, maar hoogstens visioenen van een ewige Freude. En ook in het vijfde deel (met de altijd weer ontroerende sopraansolo), dat men al sinds de eerste uitvoering rechtstreeks in verband brengt met de dood van Brahms’ moeder, ruimt de Traurigkeit plaats voor zachte en doordachte Trost en – alweer – Freude. De transparantie die twee kamerkoren, vergezeld van een begeleiding van de allerhoogste kwaliteit, kunnen verlenen aan dit werk is pure winst: hier klinkt een sereen omgaan met het onafwendbare einde. Met andere woorden: dit wordt een herfstconcert dat doorheen verdriet het uitzicht niet verliest.